Hier onder informatie en de dispositie van het orgel in de Bethelkerk.
Bouwer: Gebruder Oberlinger Windesheim
Bouwjaar 1970
Toets omvang C - g'''
Pedaal omvang C - f'
Speeltraktuur : mechanisch
Registertraktuur : electrisch
Hoofdwerk
Salicionaal 16 Trompet 16 Trompet 8 Prestant 8 Roerfluit 8 Gamba 8 Oktaaf 4 Kleingedekt 4 Klaroen 4 Quint 2 2/3 Superoctaaf 2 Cornet IV (disc) Mixtuur V-VII Scherp IV Klein cymbel IV
|
Rugwerk (tremulant)
Gedekt 8 Quintadeen 8 Kromhoorn 8 Vox humana 8 Prestant 4 Gemshoorn 4 Oktaaf 2 Quint 1 1/3 Sesquialter II Cymbel IV
|
Zwelwerk (tremulant)
Bourdon 16 Dulciaan 16 Prestant 8 Gedekt 8 Salicionaal 8 Oboe 8 Celeste 8 Prestant 4 Koppelfluit 4 Nasard 2 2/3 Woudfluit 2 Terts 1 3/5 Sifflet 1 Mixtur V Cornet V
|
Pedaal
Prestant 16 Subbas 16 Bazuin 16 Trompet 8 Octaafbas 8 Pommer 8 Prestant 4 Basfluit 4 Trompet 4 Quint 5 1/3 Terts 3 1/5 Mixtuur VI
|
Koppels
rugwerk - hoofdwerk zwelwerk - hoofdwerk zwelwerk - rugwerk zwelwerk - pedaal rugwerk - pedaal hoofdwerk - pedaal
|