Ps. 85: 3 en 4

Efeze 2 (NGB art. 27)

Ps. 48: 4 en 6

Ps. 132: 9, 10 en 12

Ps. 133: 3

Ps. 68 5 en 10

Vragen bij de middagpreek uit Efeze 2: 20-22 (NGB Art.27)

1. Waar komt het woord ‘Kerk’ vandaan komt? Leg eens uit.

2. Waar komt het woord ‘Gemeente’ vandaan? Leg eens uit.

3. Leg eens uit wat de zichtbare en de onzichtbare kerk betekent? Waar moet je als het goed is dan lid van zijn? Hoe is dat persoonlijk bij jou?

4. Leg eens uit wat ‘de algemene Christelijk kerk is? Betrek daarin ook zeker de woorden ‘algemeen’ en ‘Christelijke’. Wat zegt dit artikel over ‘Christelijke mensen’. Neem daarin ook de zinsnede ‘verzegeld door Zijn Heilige Geest’ mee. Praat hier eens met elkaar over? Maak eens de toepassing naar jezelf toe.

5. Als je in deze tijd kijkt en naar de wederkomst is het dan wel mogelijk dat de Kerk van de Heere bewaard wordt? Zeker als je ook let op de vele kerkgebouwen die in Nederland en andere landen gesloten worden. Leg dat eens uit naar elkaar toe.

6. Stelling: Gods ware Kerk is gebonden aan een bepaald ‘kerkverband’. Waar? / Niet waar? Leg eens uit. Hoe kun jij persoonlijk lid worden van de Kerk met een hoofdletter?